Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sleep-in
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord sleep-in sleep-ins
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sleep-inm

  1. (horeca) veelal goedkope en eenvoudige overnachtingsgelegenheid, soms ter plekke geïmproviseerd
    • Tijdens het doorlichten van de 437 subsidieaanvragen, trof Janssens maar af en toe een aanvraag aan waarvan hij dacht ’Oh, doen we dat ook al’. Een bijdrage voor het vervoer van talentvolle voetballertjes is daardoor geschrapt, net als bijvoorbeeld geld voor een sleep–in en voor de strandbewaking op de Slufter (Maasvlakte). In totaal zijn 160 subsidies stopgezet en werden er veertig verlaagd. [1] 
    • In de lege gebouwen van de voormalige gasfabriek op Zurenborg werd een sleep-in ingericht.[2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 12-04-2005 Streng subsidiebeleid lonend voor Rotterdam
  2. Trix en Eddy duizendste hotelgasten Nulsterrenpension, Gazet van Antwerpen, 16 augustus 2010
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be