Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ja·mai·ca·pe·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jamaicapeper jamaicapepers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de jamaicapeperm

  1. (plantkunde) boomsoort Eugenia dioica   die op de Antillen voorkomt
  2. (kookkunst) scherp smakende specerij bereid uit de gedroogde besjes van Eugenia dioica  
    • Het hoofdbestanddeel van koekkruiden is kaneel, vermengd met gemberpoeder, kardemom (…), koreander, kruidnagelpoeder, nootmuskaat en piment (jamaicapeper). [1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen