irský

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ɪrskiː/

Woordafbreking

• ir·ský

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord Ir met het achtervoegsel -ský

Bijvoeglijk naamwoord

irský

1. (demoniem) Iers; met betrekking tot het land Ierland
2. (demoniem) Iers; met betrekking tot het eiland Ierland
3. (demoniem) Iers; met betrekking tot de taal het Iers
4. (demoniem) Iers; met betrekking tot het volk de Ieren

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	irský		irská	irské	irští	irské		irská
genitief	irského		irské	irského	irských
datief	irskému		irské	irskému	irským
accusatief	irského	irský	irskou	irské	irské			irská
vocatief	irský		irská	irské	irští	irské		irská
locatief	irském		irské	irském	irských
instrumentalis	irským		irskou	irským	irskými

Afgeleide begrippen

• irsky (bw.)

Hyperoniemen

• evropský

Afgeleide begrippen

• irská káva v
• Irská republika v
• irské dudy mv
• Irské moře o

Verwante begrippen

Irčan m bezield Irčanka v Irka v

Irsko o irština v po irsku

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)