irrigatie
- Geluid: irrigatie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɪriˈɣa(t)si / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌɪ.ri.ˈχa.tsi/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌɪ.ri.ˈɣa.si/
- (Limburg): /ˌɪ.ri.ˈɣa.si/
- ir·ri·ga·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunstmatige bevloeiing’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Naamwoord van handeling van irrigeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | irrigatie | irrigaties |
verkleinwoord | - | - |
de irrigatie v
- (landbouw) het op grote schaal water naar landbouwgrond transporteren om de gewassen mee te bevloeien
- Met behulp van irrigatie kan in grote delen van de wereld voedsel verbouwd worden.
- irrigatiedam, irrigatiekanaal, irrigatienet, irrigatieproject, irrigatiesluis, irrigatiestelsel, irrigatiesysteem, irrigatietechniek, irrigatiewater, irrigatiewerk, irrigatiewerken
1. het op grote schaal water naar landbouwgrond transporteren om de gewassen mee te bevloeien
- Het woord irrigatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "irrigatie" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "irrigatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ irrigatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be