• ir·ri·ga·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord irrigatie irrigaties
verkleinwoord - -

de irrigatiev

  1. (landbouw) het op grote schaal water naar landbouwgrond transporteren om de gewassen mee te bevloeien
    • Met behulp van irrigatie kan in grote delen van de wereld voedsel verbouwd worden. 
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]