• in·ti·mus
enkelvoud meervoud
naamwoord intimus intimi
verkleinwoord

de intimusm

  1. zeer vertrouwd persoon
    • 'Rooie Ron' de Jong haalde begin jaren negentig grote partijen uitstekende wiet Nederland binnen en was een intimus van de kopstukken uit 'de Hollandse netwerken' zoals de in 2011 geliquideerde Stanley Hillis, Mink Kok en Jan Femer. [3] 
    • Het gezin-Hermans is bijzonder hecht. Menig weekend wordt samen doorgebracht in het familiehuis in Friesland. Intimus Ed Nijpels schetst de Hermansen als een heel vrolijke familie, die geniet van het goede leven. ,,Ze zien de zonnige kant en zijn nét niet Bourgondisch.’’ [4] 
    • Door de lage rente vinden meer en meer beleggers de weg naar aandelen, maar ook steeds meer analisten waarschuwen dat een grote correctie op de Amerikaanse beurzen stilaan onvermijdelijk wordt. Na dr. Doom Marc Faber en Albert Edwards, de permabear van Société Générale, is Mark Spitznagel de volgende in het rijtje. De voormalige optiehandelaar van zakenbank Morgan Stanley is de drijvende kracht achter Universa Investments, de auteur van The Dao of Capital en intimus en zakenpartner van Nassim Taleb, de auteur van de bestseller The Black Swan. [5] 
60 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[6]