• in·pak·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inpakken
pakte in
ingepakt
zwak -t volledig

inpakken

  1. overgankelijk in een verpakking doen
    • Op deze foto zie je Kim voor haar broertjes' eerste verjaardag een cadeautje inpakken. 
  2. overgankelijk in een omhulsel doen
    • De machine pakte een doos met tomatensoep in. 
  3. volstoppen met goederen
     De Renault 4 werd vakkundig ingepakt waarbij elke centimeter werd benut.[1]
     Snel pakte ik mijn rugzak in en vertrok met een dikke laag kleren aan.[1]
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. 1,0 1,1
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be