inlijving
- in·lij·ving
- Naamwoord van handeling van inlijven met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inlijving | inlijvingen |
verkleinwoord | inlijvinkje | inlijvinkjes |
de inlijving v
- het verplicht of gedwongen toetreden tot een groep
- Na deze handtekening zou zijn inlijving in het leger voltooid zijn.
- annexatie, een proces van het (door regel, macht of geweld) toe-eigenen van grondgebied
- De oorlog resulteerde in de inlijving van grote gebieden die nog nooit bij die staat hadden gehoord.
- De Belgische staat heeft het wettelijke recht gronden van openbaar nut, zoals wegen, in te lijven in het openbaar domein.
- Opname in de adelstand van een land op basis van de erkenning dat iemand in een andere staat al tot de adel behoort
- [2] annexatie
1. het verplicht of gedwongen toetreden tot een groep
2. annexatie, een proces van het met geweld grondgebied toe-eigenen
- Het woord inlijving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inlijving" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be