onderzoek naar radioactiviteit in de lucht waarbij indampen en centrifugeren nodig is
  • in·dam·pen

indampen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
indampen
dampte in
ingedampt
zwak -t volledig
  1. overgankelijk (kookkunst) (scheikunde) het concentreren van een oplossing door het oplosmiddel te laten verdampen
    • Smelt de boter in de koekenpan en doe er als hij lichtbruin is de oesterzwammen bij. Bestrooi ze met zout en peper en bak ze op hoog vuur, geregeld omscheppen. Doe de knoflook erbij, laat een minuutje bakken en voeg de garnalen toe. Als die roze beginnen te kleuren de sherry erbij die even moet indampen. Roer de peterselie erdoor en haal de pan van het vuur.[2] 
    • Maar zodra deze intermediairs zelf de mest gaan bewerken, is het systeem zo lek als een mandje. Het is niet moeilijk de monsters te manipuleren zodat het net lijkt alsof een mestpartij heel veel fosfaat bevat. 'Zet het potje een tijdje in de magnetron en laat het indampen. Dan stijgt het gehalte aan fosfaat. Dus lijkt het of je heel veel fosfaat hebt afgevoerd, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval is.' Nog makkelijker is het om gewoon wat fosfaat toe te voegen voordat je het monster naar het lab brengt.[3]  
89 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC 27 april 2013
  3. Volkskrant GERARD REIJN 20 februari 2014
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be