inkoken
- in·ko·ken
- samenstelling van in en koken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inkoken |
kookte in |
ingekookt |
zwak -t | volledig |
inkoken
- overgankelijk (scheikunde), (kookkunst) door verdamping bij het kookpunt het volume van een vloeistof verkleinen
- Het mengsel werd enige tijd ingekookt en lichtjes gebonden.
- Het woord inkoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inkoken" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be