in het geniep
- Geluid: in het geniep (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɪnətxəˈnip / (4 lettergrepen)
- in het ge·niep
- vaste verbinding van in (voorzetsel), het (lidwoord) en geniep (zelfstandig naamwoord), in de betekenis "stiekem" en in de schrijfwijze met het aangetroffen vanaf 1779 (zie vindplaats hieronder, de schrijfwijze met 't kent een eerdere vindplaats) [1][2]
in het geniep
- (pejoratief) opzettelijk verborgen om een ongunstige reactie van anderen te voorkomen
- Het enige taboe was alles dat met Japan te maken had, omdat mijn grootmoeder in een jappenkamp had gezeten. Dus geen Japanse elektronica, geen Japanse auto, geen Japanse keuken. En zo was ik van kindsbeen af geobsedeerd door dat land, verzamelde in het geniep kimono’s, las als tiener Mishima en Tanizaki en kon al sushi maken in een tijd waarin de rest van Nederland nog dacht dat wasabi een schoonmaakmiddel was. [3]
- ⧖Of 't geen ons Frans Pedant zo deftiglijk vermelt,
Dat op de klapbank der Poëten wordt verteld,
Daar hij in het geniep door listig dankbetuigen
Aan magre prammen, van Geveinstheid, weet te zuigen. [4]
- Het woord in het geniep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ in het geniep op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Deckwitz, E.Ontrouw (30 juli 2019) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-08-18
- ↑ Francq van Berkhey, J. leGedichten van Joannes le Francq van Berkhey. deel 2 (1779) F. de Kruyff, Amsterdam; p. 221; geraadpleegd 2019-08-18