in- en inslecht
- Geluid: in- en inslecht (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪnslɛχt/
- in-·en in-·slecht
- intensiverende afleiding van slecht (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | in- en inslecht | - | - |
verbogen | in- en inslechte | - | - |
in- en inslecht
- uiterst verwerpelijk, buitengewoon minderwaardig
- Je hoort toch: dat is een in- en inslecht mens; [1]
- Het woord 'in- en inslecht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Kuipers, W.Letterbak. Taalkwesties & Limburgs dialect. (1988) De Limburger, Maastricht; p. 73;geraadpleegd 2015-07-24