hoorbaar
- hoor·baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hoorbaar | hoorbaarder | hoorbaarst |
verbogen | hoorbare | hoorbaardere | hoorbaarste |
partitief | hoorbaars | hoorbaarders | - |
hoorbaar
- dat wat gehoord kan worden
- Het woord hoorbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoorbaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be