hooibeestje
- Geluid: hooibeestje (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- hooi·beest·je
- samenstelling van hooi zn en beestje zn
het hooibeestje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hooibeest
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hooibeestje | hooibeestjes |
verkleinwoord |
het hooibeestje o dim. tant.
- (vlinders) Coenonympha pamphilus een kleine vlinder uit de onderfamilie van de zandoogjes en erebia's (Satyrinae) van de familie Nymphalidae. Het is een standvlinder
- alpenhooibeestje, balkanhooibeestje, bleek hooibeestje, Darwins hooibeestje, goudooghooibeestje, kretahooibeestje, roodstreephooibeestje, Turks hooibeestje, tweekleurig hooibeestje, veenhooibeestje, zilverstreephooibeestje
- Het woord 'hooibeestje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.