Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • al·pen·hooi·beest·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord alpenhooibeestje alpenhooibeestjes

Zelfstandig naamwoord

het alpenhooibeestjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Coenonympha gardetta   een vlinder uit de onderfamilie Satyrinae van de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie