goudooghooibeestje

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • goud·oog·hooi·beest·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord goudooghooibeestje goudooghooibeestjes

Zelfstandig naamwoord

het goudooghooibeestjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Coenonympha oedippus   een vlinder uit de onderfamilie Satyrinae van de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie