• hoog·licht
enkelvoud meervoud
naamwoord hooglicht hooglichten
verkleinwoord hooglichtje hooglichtjes

het hooglichto

  1. (bouwkunde) venster dat vlak onder het plafond is aangebracht, zodat een ruimte wel daglicht krijgt, maar geen inkijk of uitzicht
     Badens had een ezel onder het hooglicht van het voorvertrek geplaatst, en daarop prijkte nu de onlangs voltooide schilderij.[1]
  2. (kunst) deel van een afbeelding dat wit gemaakt is om de weerkaatsing van helder licht weer te geven
     De kinderen, die waren weergegeven met kleine vlekjes en langere vegen verf, stonden rond hun ouders, met dikke, donkere, stekelige wimpers, Michael met een rechte, fijne neus met over het midden een wit hooglicht geschilderd.[2]
  3. (fotografie) sterk belicht of overbelicht deel van een foto
     Het toeval wil dat het echte hooglicht eigenlijk een directe reflectie is van de lichtbron en dat deze afhangt van een drietal zaken.[3]'
  1.   Weblink bron De Bredero's. Eene Novelle uit de Geschiedenis der Nederlandsche Letteren in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift., jrg. 1 nr. 1 (januari 1891), Elsevier, Amsterdam, p. 155
  2.   Weblink bron
    Emily Perkins (vert. Miebeth van Horn)
    “De familie Forrest”, e-book (2013), Signatuur, Utrecht, ISBN 9789044967562, hfst. Bloesem
  3.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Karin Wijma
    “Natuurlijke portretbelichting zonder dure accessoires” (29 juni 2016) op wijmakenfotos.nl