• hoofd·ri·vier
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdrivier hoofdrivieren
verkleinwoord

de hoofdrivierv / m

  1. rivier waarin zijrivieren in uitmonden, rivier die in zee uitstroomt
     Een stroomgebied is het stuk land waarin al het water via één hoofdrivier wordt afgevoerd naar zee.[2]
     Het stoffelijk overschot lag in de hoofdrivier Nam Tha, enkele tientallen kilometers stroomafwaarts van de plek waar de Nederlander een kajakongeluk kreeg. Zijn oudste broer heeft het lichaam geïdentificeerd.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “De vrouw die de rivieren gaat redden: ‘Slechts een paar generaties geleden konden we er nog uit drinken’” (6 december 2019), de Volkskrant
  3.   Weblink bron
    Caspar Naber
    “Lichaam vermiste Mattijn (30) gevonden in rivier Laos” (03-08-2018), Tubantia