hoofdstroom
- Geluid: hoofdstroom (hulp, bestand)
- hoofd·stroom
- samenstelling van hoofd zn en stroom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdstroom | hoofdstromen |
verkleinwoord | hoofdstroompje | hoofdstroompjes |
de hoofdstroom m
- de belangrijkste rivier of beek
- ▸ Het WNF wil de rivieren meer ruimte geven. De organisatie denk bijvoorbeeld aan het verleggen van de hoofdgeul en langsdammen (stenen dammen in de vaargeul), het graven van nevengeulen, die min of meer parallel aan de hoofdstroom lopen, en het verlagen van zogeheten zomerkades.[1]
- de gebruikelijke manier van doen
- [1] hoofdrivier
- [2] mainstream
- Het woord hoofdstroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Bodems Nederlandse rivieren slijten steeds verder weg” (Donderdag 8 november 2018, 13:09), NOS
- ↑ Jan Valentijn Meininger“Vertoog over de liefde” (1987), Het Spectrum , ISBN 9027418063
- ↑ Jacqueline Cramer“Milieu” (2014), Amsterdam University Press , ISBN 9789089647061