• main·stream
enkelvoud meervoud
naamwoord mainstream
verkleinwoord

de mainstreamm

  1. iets dat bestemd is voor de grote massa; iets dat gangbaar is
    • ,,Er was niemand die eruitzag zoals ik in magazines of andere mainstream media”, vertelt Mercado in het interview met Teen Vogue. ,,Daarom toonde ik bijvoorbeeld alleen mijn gezicht op sociale media, toen ik jonger was. Ik schaamde mij voor mijn beperking, omdat ik het gevoel had dat ik niet goed genoeg was, aangezien niemand anders met een handicap als model werkte.” [1] 
    • Lansky, onder meer eigenaar van Blacked.com, nodigde Kanye uit eens plaats te nemen in de regisseursstoel. ,,Beschouw deze brief als een uitnodiging om een legendarische pornofilm te regisseren. Dit is een geweldige kans om de kloof tussen 18+ entertainment en mainstream entertainment te dichten!" Lansky belooft Kanye 'volledige artistieke vrijheid' en heeft zelfs al een paar pornoactrices gevonden die graag met de rapper willen samenwerken. [2] 
    • De over het algemeen zeer conservatieve McCain bleek soms een verbeten non-conformist die standpunten innam die veel Republikeinen niet waarderen. Hij hoorde niet altijd tot de 'mainstream' Republikeinen als hij het over immigratie, belastingverlaging of het klimaat had. [3] 
93 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
mainstream mainstreams

mainstream

  1. hoofdstroom, mainstream
stellend vergrotend overtreffend
mainstream more mainstream most mainstream

mainstream

  1. behorend tot de mainstream
vervoeging
onbepaalde wijs to  mainstream 
he/she/it  mainstreams 
verleden tijd  mainstreamed 
voltooid
deelwoord
 mainstreamed 
onvoltooid
deelwoord
 mainstreaming 
gebiedende wijs  mainstream 

mainstream

  1. onovergankelijk mainstream worden
  2. overgankelijk mainstream maken, tot de mainstream laten behoren