• honds·bru·taal
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hondsbrutaal hondsbrutaler hondsbrutaalst
verbogen hondsbrutale hondsbrutalere hondsbrutaalste
partitief hondsbrutaals hondsbrutalers -

hondsbrutaal

  1. heel erg brutaal
    • Happé zwijgt. Ze kijkt weg. Ik zie dat ze iets voor me verbergt. lousewies, ik ken je langer dan vandaag. Waar is het?' Een voor een open ik haar bureaulades, totdat Happé me met bureaustoel op wielen en al wegsleurt. 'Wat ben je toch hondsbrutaal, Flanders. `Vertel me waar je het hebt, geef hier dat manuscript,' zeg ik. 'Tenslotte is het mijn boek:[1] 
    • Haar nieuwsgierigheid is beangstigend. Ze is hondsbrutaal. Ik had me het einde zo anders voorgesteld. Rustig genietend van iedere laatste dag, ondertussen gestaag toewerkend naar het grote doel. Maar ze gunt me geen rust. [2]  
  • zo brutaal als de beul
  • zo brutaal als de pest
  1. Levander, Anna
    M De Morten Trilogie deel 32015 ISBN 9789021457710 pagina 63
  2. Berg, Michael
    Een echte vrouw 2014 ISBN 978-90-443-2584-3 pagina 273