holbeitel
- hol·bei·tel
- samenstelling van hol en beitel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | holbeitel | holbeitels |
verkleinwoord | holbeiteltje | holbeiteltjes |
- (gereedschap) een langs de lengteas gekromde houtbeitel, die aan de buitenzijde is geslepen
- Een klein model holbeitel gebruikt men bij het maken van hout- en linosneden.
1. een langs de lengteas gekromde houtbeitel
- Het woord 'holbeitel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.