De Utrechtse Heuvelrug
  • heu·vel·rug
enkelvoud meervoud
naamwoord heuvelrug heuvelruggen
verkleinwoord heuvelrugje heuvelrugjes

de heuvelrugm

  1. rij heuvels
    • De clubleden waren gehuwd met hoogleraren, burgemeesters of directeuren; hadden dienstmeisjes, werksters en tuinen, en woonden in villa's of zelfs op landgoederen in het Gooi en de Utrechtse Heuvelrug, waar Clay zich tot Juliana's genoegen ook had gevestigd. [2] 
    • De heuvelrug, opgestuwd door de gletsjers in de voorlaatste ijstijd en uitgeslepen door het smeltwater, had al sinds de oudheid een aantrekkingskracht gehad op de mensen die zich er vestigden. Waar men groef, vond men overblijfselen van urnenvelden uit de IJzertijd en grafvelden van de Romeinen. Later, toen de Germanen oprukten en de Romeinen uit deze omgeving verdreven, veranderde het gecultiveerde land in een wildernis en werden de heuvels door heidense en paganistische stammen gebruikt voor hun rituelen. [3]  
99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Withuis, Jolande
    Juliana 2016 ISBN 978-90-234-3523-5 pagina 351
  3. Olde Heuvelt, Thomas
    HEX 2016 ISBN 978-90-245-7334-9 pagina 33
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be