hemelsbreed
- Geluid: hemelsbreed (hulp, bestand)
- IPA: / ˈheməlzˌbret / (3 lettergrepen)
- he·mels·breed
- samenstelling van hemel zn en breed bn met het invoegsel -s- , in de betekenis van ‘zeer breed, zeer veel’ aangetroffen vanaf 1677 [1] [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hemelsbreed | hemelsbreder | hemelsbreedst |
verbogen | hemelsbrede | hemelsbredere | hemelsbreedste |
partitief | hemelsbreeds | hemelsbreders | - |
hemelsbreed
- zeer breed, zeer veel
- in rechte lijn gemeten
- [1] hemelsgroot
2. in rechte lijn gemeten
- Het woord hemelsbreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hemelsbreed" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ hemelsbreed op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "hemelsbreed" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be