heikikker (vrouwtje)
  • hei·kik·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord heikikker heikikkers
verkleinwoord

de heikikkerm

  1. (kikkers) Rana arvalis   een van de meest algemene bruine kikkers uit het geslacht Rana in Europa
     Uit recente tellingen van de Vereniging Natuurmonumenten op de Sallandse Heuvelrug blijkt dat het aantal heikikkers in dit natuurgebied blijft toenemen.[3]
     In het Haaksbergerveen leven diverse soorten amfibieën, zoals de bruine kikker, heikikker, poelkikker, bastaardkikker, gewone pad, kleine watersalamander en kamsalamander. En verder de adder en de levendbarende hagedis.[4]
     „Voor ruim 1 miljoen euro kunnen de modderkruiper, de heikikker, de waterspitsmuis en niet te vergeten de gestreepte waterroofkever elkaar straks passeren.[5]
64 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[6]
  1. heikikker op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Heikikker in opmars in Salland” (16-04-2013), Tubantia
  4.   Weblink bron “Op zoek naar amfibieën in Haaksbergerveen” (27-03-2015), Tubantia
  5.   Weblink bron
    Eelco Kuiken
    “Juiste rangorde van schepping uit het oog verloren”” (10-04-2014), Reformatorisch Dagblad
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be