• (IPA in voorbereiding)
  • hei·de·ze·ne·groen
enkelvoud meervoud
naamwoord heidezenegroen heidezenegroenen
verkleinwoord heidezenegroentje heidezenegroentjes

het heidezenegroeno

  1. (bloemplanten) Ajuga genevensis   een in Nederland ingevoerde, zeldzame, vaste plant. De plant komt voor in midden- en Zuid-Europa en in Zuidwest-Azië  . Vooral in Zwitserland zijn er op enkele plaatsen forse aantallen van te vinden