• hard·sol·de·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hardsolderen
hardsoldeerde
gehardsoldeerd
zwak -d volledig

hardsolderen

  1. (techniek) met bij temperaturen boven 450°C gesmolten metaal voorwerpen van metalen die zelf een hoger smeltpunt hebben aan elkaar vastmaken of repareren
    • Bij het hardsolderen, ook wel braseren genoemd, gebruik je temperaturen boven de 450°C. [1]