braseren
- bra·se·ren
- uit het Frans [1]
braseren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
braseren |
braseerde |
gebraseerd |
zwak -d | volledig |
- (techniek) metalen door solderen aan elkaar vastmaken
- Het woord braseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.