handtastelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handtastelijk (hulp, bestand)
- IPA: /hɑnˈtɑstələk/
Woordafbreking
- hand·tas·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstellende afleiding van hand en de stam van tasten met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | handtastelijk | handtastelijker | handtastelijkst |
verbogen | handtastelijke | handtastelijkere | handtastelijkste |
partitief | handtastelijks | handtastelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
handtastelijk
- de handen ongewenst op een ander plaatsend
- De dronken man werd steeds handtastelijker.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord handtastelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handtastelijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be