• ham·ning
  • Samenstelling van hamn (weide) met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hamning     v: hamningen
v: hamninga  
  hamninger     hamningene  
genitief   hamnings     v: hamningens
v: hamningas  
  hamningers     hamningenes  

hamning m / v

  1. (landbouw) koppel, wei, weide (omheind)
  2. (landbouw) grasland, groenland, weiland (omheind, met wat bomen en struiken)


  • ham·ning
  • Samenstelling van hamn (weide) met het achtervoegsel -ing
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hamning     hamninga     hamningar     hamningane  

hamning m

  1. (landbouw) koppel, wei, weide (omheind)
  2. (landbouw) grasland, groenland, weiland (omheind, met wat bomen en struiken)