halsuitsnijding
  • hals·uit·snij·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord halsuitsnijding halsuitsnijdingen
verkleinwoord

de halsuitsnijdingv

  1. (mode) een opening voor de hals en het hoofd aan de bovenkant van een kledingstuk voor het bovenlichaam, zoals een topje, jurk of sweater
     Het seizoen daarna werd ze behandeld als een mooie japon die in de kast uit de mode was geraakt, met een te hoge of te lage halsuitsnijding, iets verschoten stof, en een snit die niet meer zo flatteus was.[1]
     Het decolleté was -eeuwenlang- dé dracht van de rijken en van het hof. De lage halsuitsnijdingen waren een teken van rijkdom. Voor (hof)predikanten was de -soms uitdagende- kleding regelmatig een bron van zorg. Zij waarschuwden tegen de kleedgewoonten en wezen op de oorzaak van het ontstaan van kleding. Die notie klinkt niet door op de tentoonstelling.[2]
  1. Tracy Chevalier
    “Opmerkelijke Schepsels” (2009), Orlando, ISBN 978949208651-8
  2.   Weblink bron
    W. G. Hulsman
    “Sleep van koningin Emma als paardenrug” (21 september 2007), Reformatorisch Dagblad