Chen Hao op Wikipedia (en) draagt een avondjurk met decolleté.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·col·le·té
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitgesneden hals’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1908 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord decolleté decolletés
verkleinwoord decolleteetje decolleteetjes

Zelfstandig naamwoord

het decolletéo

  1. laag uitgesneden halslijn bij vrouwenkleding, zodat de boezem van de vrouw deels zichtbaar is
    • Ze droeg een jurk met diep decolleté. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen