uitsnijding

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitsnijding    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·snij·ding

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van uitsnijden met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	uitsnijding	uitsnijdingen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de uitsnijding v

1. het uitsnijden
2. plaats waar iets uitgesneden is

Hyponiemen

• armuitsnijding, halsuitsnijding

Gangbaarheid

• Het woord uitsnijding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.