Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hak·ke·lend

Werkwoord

vervoeging van: hakkelen
verbogen vorm: hakkelende

hakkelend

  1. onvoltooid deelwoord van hakkelen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hakkelend hakkelender hakkelendst
verbogen hakkelende hakkelendere hakkelendste
partitief hakkelends hakkelenders -

Bijvoeglijk naamwoord

hakkelend

  1. onhandig, ongemakkelijk, stotterend pratend of optredend
    • Als voormalig Nederlands kampioen debatteren (1991) én ex-advocaat, gold Gerard Adriaan van der Steur als ideale stand-in voor de hakkelende en mompelende Opstelten. Of zoals Van der Steur ooit zelf zei: "Ik was nooit zo'n fysiek ingestelde figuur. Al vanaf de lagere school moest ik van me af praten om me staande te kunnen houden." [1] 
    • Er was vanuit de raad forse kritiek op zijn functioneren. Zijn hakkelende en weifelende manier van optreden viel slecht bij de raad. Hij wordt genoemd als oorzaak van de breuk in het college van CDA en Winterswijks Belang. Diverse partijen hebben kenbaar gemaakt niet met het CDA in zee te willen als Elferdink als wethouder aanblijft. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tubantia T. den Hartog 26 januari 2017 Eigenwijze Ard heeft totaal geen krediet meer
  2. Tubantia T. Kits 5 februari 2019 Winterswijkse wethouder Wim Elferdink komt niet terug
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be