grootbladige berk


 
  • (IPA in voorbereiding)
  • groot·bla·di·ge berk
enkelvoud meervoud
naamwoord grootbladige berk grootbladige berken
verkleinwoord grootbladig berkje grootbladige berkjes

de grootbladige berkm

  1. (bloemplanten) Betula maximowicziana   een plant uit de berkenfamilie (Betualceae) die afkomstig is uit Japan. De soort is in 1888 in Engeland geïntroduceerd. Het is een snelgroeiende boom die 15–20 m hoog wordt. De plant heeft een oranjebruine schors. De dunne twijgen hebben veel lenticellen. De bladeren zijn 8–14 cm lang, breed en eirond en hebben een hartvormige voet. Aan de onderzijde zijn alleen de nerven behaard