nerven
- ner·ven
de nerven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord nerf
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nerven |
nerfde |
generfd |
zwak -d | volledig |
nerven [1]
- de nerf verwijderen
- Het woord nerven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nerven" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ner·ven
nerven, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van nerve
- ner·ven
Naar frequentie | 32191 |
---|
nerven, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van nerve
- ner·ven
nerven,
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van nerve