nerve
Duits
Uitspraak
- IPA: /nɛʁfə/
Woordafbreking
- ner·ve
Werkwoord
nerve
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van nerven
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van nerven
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van nerven
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd gebiedende wijs bedrijvende vorm van nerven
Engels
Uitspraak
- Geluid: nerve (VS) (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
nerve | nerves |
Zelfstandig naamwoord
nerve
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /nɛrvɛ/
Zelfstandig naamwoord
nerve
- nominatief enkelvoud van nerv
Werkwoord
nerve
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van nervat