glaskroosfamilie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  glaskroosfamilie    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• glas·kroos·fa·mi·lie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  glas zn,   kroos  en  familie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	glaskroosfamilie	glaskroosfamilies
verkleinwoord	glaskroosfamilietje	glaskroosfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de glaskroosfamilie v

1. (bloemplanten) een familie Elatinaceae  van tweezaadlobbige kruidachtige planten en heesters. De familie komt wereldwijd voor, met name in de tropen, vaak in vochtige habitats. Niet in de poolstreken. Leden van deze familie hebben tegenoverstaande (soms kransstandige) bladeren en kleine bloemen met twee tot vijf overlappende kroonbladen. De familie bestaat uit enkele tientallen soorten in 2 geslachten

Hyperoniemen

• zaadplanten, fabiden, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• drietallig glaskroos, gesteeld glaskroos, klein glaskroos

Gangbaarheid

• Het woord 'glaskroosfamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] glaskroosfamilie in het Nederlands Soortenregister N
• [1] glaskroosfamilie op Wikidata