• gif·groen
enkelvoud meervoud
naamwoord gifgroen gifgroenen
verkleinwoord - -

het gifgroeno

  1. (kleur) felle groene kleur
    • Dit gifgroen lijkt wel erg fel. 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gifgroen gifgroener gifgroenst
verbogen gifgroene gifgroenere gifgroenste
partitief gifgroens gifgroeners -

gifgroen

  1. (kleur), de kleur gifgroen hebbend
    • Dat is een gifgroene vlag. 
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be