• ge·wond
  • vervoeging van wonden: de stam met omvoegsel ge- -d, zonder -d omdat de stam al op -d eindigt
vervoeging van: wonden…
verbogen vorm: gewonde

gewond

  1. voltooid deelwoord van wonden
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gewond gewonder gewondst
verbogen gewonde gewondere gewondste
partitief gewonds gewonders -
  • gewond raken
«Bij de vorige jaarwisseling [1983/84] zijn naar schatting 1500 mensen gewond geraakt bij het afsteken van vuurwerk. [1]»


gewond

  1. letsel hebbend
    • Er zijn twee doden gevallen en veertien gewonde mensen zijn naar het ziekenhuis overgebracht. 
     Er zouden tussen de 200 en 300 Oekraïense militairen zijn geëvacueerd uit de Azovstal-staalfabriek, twittert Nieuwsuur-verslaggever Gert-Jan Dennekamp. Een journalist van de Russische tv-zender RT zou dat hebben gezegd. Het zou enkel om gewonde militairen gaan, die nu onderweg zijn naar een ziekenhuis ten oosten van Marioepol.[2]
  • gewond raken
    letsel oplopen
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland van 18 dec 1984, p. 7: Vorig jaar vielen er 1500 gewonden bij vuurwerk
  2.   Weblink bron “'200 tot 300 militairen geëvacueerd uit Azovstal-fabriek' • Burgerdoden in Sjevjerodonetsk” (16 mei 2022), NOS
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be