wonden
- Geluid: wonden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɔndə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋɔndə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɔndə(n)/
- (Limburg): /ˈwɔndə(n)/
- won·den
de wonden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wond
- ▸ Als ik soms tot wel twee weken achter elkaar in de wildernis zou moeten overleven, zou het goed zijn als ik wist hoe ik mijn eigen wonden moest dichtnaaien zoals Rambo.[1]
de wonden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wonde
- je wonden likken
proberen de opgelopen schade of verwondingen te herstellen
- ∗ Maar Duitsland spaarde hen en liet hen ongestoord naar hun eiland vliegen om hun wonden te likken.[2]
vervoeging van |
---|
winden |
wonden
- meervoud verleden tijd van winden
- Wij wonden.
- Jullie wonden.
- Zij wonden.
- Wij wonden.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wonden |
wondde |
gewond |
zwak -d | volledig |
wonden
- overgankelijk een wond toebrengen, verwonden
- Zeer nabij graasde een kudde buffels, waarvan wij er verscheidene wondden, doch geen enkele doodden. [3]
- overgankelijk (figuurlijk) emotioneel kwetsen
- Ik weigerde en daarmee wondde ik haar diep.
- Men wondt mij met de tong. [4]
- Het woord wonden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wonden" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Petrus Borchardus Borcherds, Bladen uit de memoirs van Petrus Borchardus Borcherds, 1907
- ↑ Petrus Weiland, Nederduitsch taalkundig woordenboek, 1810
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be