gewisheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·wis·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewisheid | gewisheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gewisheid v
- het zeker zijn van iets
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'gewisheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gewisheid" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be