• ge·we·zen
stellend
onverbogen gewezen
verbogen -

gewezen

  1. vroegere
    • De gewezen minister is gisteren overleden. 
    • Het blijft verpletterend stil onder de prominente Democraten in Amerika. De Clintons, Obama, Pelosi – je hoort ze niet over de brute aanvallen van Trump op hun partij en op hun gewezen leider Joe Biden die hij „de slechtste president ooit” durfde te noemen. De enige die fel van zich laat horen, is good, very old (83) Bernie Sanders.[1] 
  • Dit woord wordt niet als deel van de vervoeging van zijn/wezen gebruikt. Men gebruikt daar geweest.
vervoeging van: wijzen…
geen verbogen vorm

gewezen

  1. voltooid deelwoord van wijzen
  2. vormt de voltooide tijden
     Ik had nog veel te leren, maar ik was Maurits, mijn survivalmentor, erg dankbaar dat hij mij had gewezen op het belang van het openstellen van mijn zintuigen en op het vertrouwen van mijn instincten.[2]
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]
  1. www.nrc.nl (6 mrt 2025)
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be