gewezen
- ge·we·zen
- Een sterke vorm van het verleden deelwoord van wezen.
- vervoeging van wijzen: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
stellend | |
---|---|
onverbogen | gewezen |
verbogen | - |
gewezen
- vroegere
- De gewezen minister is gisteren overleden.
vervoeging van: | wijzen… |
geen verbogen vorm |
gewezen
- voltooid deelwoord van wijzen
- vormt de voltooide tijden
- ▸ Ik had nog veel te leren, maar ik was Maurits, mijn survivalmentor, erg dankbaar dat hij mij had gewezen op het belang van het openstellen van mijn zintuigen en op het vertrouwen van mijn instincten.[1]
- Het woord gewezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gewezen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be