gewapend
- ge·wa·pend
- van Middelnederlands gewapent, een vervoeging van wapenen: de stam met omvoegsel ge- -d [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gewapend | gewapender | gewapendst |
verbogen | gewapende | gewapendere | gewapendste |
partitief | gewapends | gewapenders | - |
gewapend
- voorzien van voorwerp om mee te vechten
- ▸ Maar nadat Boedapest zijn equivalent van het Slânsky-proces had doorgemaakt, werden de demonstraties steeds oncontroleerbaarder en ontwikkelden zich tot een opstand tegen alles waar de partij en regering voor stonden, geleidelijk aan met gewapende groepen.[3]
vervoeging van: | wapenen… |
verbogen vorm: | gewapende |
gewapend
- voltooid deelwoord van wapenen
- Het woord gewapend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gewapend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be