gevader
- ge·va·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gevader | gevaders |
verkleinwoord |
de gevader m
- (religie) man die kind ten doop houdt
- Het woord 'gevader' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gevader" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be