peettante
- peet·tan·te
- samenstelling van peet en tante
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peettante | peettantes |
verkleinwoord | peettantetje | peettantetjes |
de peettante v
- een vrouw die gevraagd is een bijzondere zorg en aandacht te besteden aan haar petekind en wordt ook wel meter genoemd
- De rol van de peettante is in de Rooms-Katholiekekerk nauwkeurig omschreven en aan voorwaarden verbonden.
- ▸ Voor degenen die Aviceford Manor niet kennen: het is het kleinste van de drie landgoederen op de uitgestrekte domeinen van Ellis Abbey. Abdis Elfilda (inderdaad, de peettante van prinses Elfilda) had Emont Vis-de-Loup, de jongste zoon van lord Henry Vis-de-Loup, de vierde baron van Wilston, aangesteld als ambachtsheer van Aviceford.[1]
- Het woord peettante staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "peettante" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be