gentiaan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gen·ti·aan
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1554 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gentiaan | gentianen |
verkleinwoord | gentiaantje | gentiaantjes |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) een kruidachtige plant uit het geslacht Gentiana veelal met diepblauwe bloemen die hoog in het gebergte groeit
- Het plukken van een gentiaan is verboden om de kwetsbare flora van het hooggebergte te beschermen.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord gentiaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gentiaan" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.