gekend

Niet te verwarren met: bekend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gekend    (hulp, bestand)
• IPA: / ɣəˈkɛnt / (2 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /χəˈkɛnt/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈkɛnt/
  • (Limburg): /ɣəˈkɛnd/

Woordafbreking

• ge·kend

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van kennen: de stam met omvoegsel ge- -d

Werkwoord

vervoeging van:	kennen…
verbogen vorm:	gekende

gekend

1. voltooid deelwoord van kennen

Verwante begrippen

• bekend

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	gekend	gekender	gekendst
verbogen	gekende	gekendere	gekendste
partitief	gekends	gekenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

gekend

1. wat je al weet

   • Dat een kwadraat van een getal niet altijd grote is dan dat getal is een gekend probleem in het wiskundeonderwijs. 

Synoniemen

• bekend, geweten

Antoniemen

• ongekend

Gangbaarheid

• Het woord gekend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gekend" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.