• geest·drift
enkelvoud meervoud
naamwoord geestdrift -
verkleinwoord - -

de geestdriftv / m

  1. (psychologie) een gevoel van blije en/of emotionele betrokkenheid
    • Hij wist niet wat geestdrift inhoudt. 
     En nu de politieke kwestie van de dag was afgewikkeld, gingen de vriendinnen met nog meer geestdrift over op de vraag of Christa bij de laatste saIon voor de zomeronderbreking moest proberen haar verwondingen te verbergen of juist niet.[2]
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1. geestdrift op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be