geestdrift
- Geluid: geestdrift (hulp, bestand)
- IPA: /ɣesdrɪft/, /ɣezdrɪft/
- geest·drift
- samenstelling van geest en drift [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geestdrift | - |
verkleinwoord | - | - |
- (psychologie) een gevoel van blije en/of emotionele betrokkenheid
- Hij wist niet wat geestdrift inhoudt.
- ▸ En nu de politieke kwestie van de dag was afgewikkeld, gingen de vriendinnen met nog meer geestdrift over op de vraag of Christa bij de laatste saIon voor de zomeronderbreking moest proberen haar verwondingen te verbergen of juist niet.[2]
1.
- Het woord geestdrift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geestdrift" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ geestdrift op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be