• ge·bor·neerd
vervoeging van: borneren…
verbogen vorm: geborneerde

geborneerd

  1. voltooid deelwoord van borneren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geborneerd geborneerder geborneerdst
verbogen geborneerde geborneerdere geborneerdste
partitief geborneerds geborneerders -

geborneerd

  1. van een persoon: iemand met een beperkt verstand of die het aanwezige verstand niet gebruikt
    • De geborneerde man wilde nooit iets anders proberen dan wat hij al alle dagen deed. 
  2. van een persoon: iemand met een nauwe blik op de werkelijkheid, die niet open staat voor nieuwe opvattingen, bekrompen
38 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[3]