beperkt
- be·perkt
- vervoeging van beperken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beperkt | beperkter | beperktst |
verbogen | beperkte | beperktere | beperktste |
partitief | beperkts | beperkters | - |
beperkt
- verminderd, met specifieke grenzen
- Het apparaat is goed inzetbaar in beperkte ruimtes.
- Een beperkter assortiment is goed voor het rendement.
- Hoewel het land heel groot is is het niet oneindig groot, het is beperkt van omgang.
- ▸ Er is slechts een beperkt aantal maanden (tussen maart en september) geschikt om de sneeuwstormen te vermijden in de High Sierra’s en de Cascadebergen bij Canada.[1]
1. verminderd, met specifieke grenzen
vervoeging van |
---|
beperken |
beperkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beperken
- Jij beperkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beperken
- Hij beperkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beperken
- Beperkt!
vervoeging van: | beperken… |
verbogen vorm: | beperkte |
beperkt
- voltooid deelwoord van beperken
- Het woord beperkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beperkt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be